Bubbeltjesplastic
For the English version, click here.
Ik sta met de
kandelaar die mijn metekind boetseerde en glazuurde in mijn handen. Ik reik
achter me in een doos vol inpakmateriaal. Een stuk zijdepapier, dan bubbeltjesplastic.
Ziezo, die gaat mijn hutkoffer in. Veilig, voor een verre reis.
Het is weer
zover. Ik pak mijn huis in. Naarmate meubels verdwenen en gordijnen afgehaald
werden, leek het trouwens steeds minder mijn huis. De tuin vertoont nu al tekenen
van verwaarlozing. Ik verhuis.
Alweer.
Met de kopjes, borden, manden en boeken, pak ik ook mijn leven in Rwanda in. Ik zie de dichtbevolkte heuvels, de rijst in de valleien, de zwart-witte boordstenen aan de rand van elke weg, de kinderen die achter me aan hollen als ik ze met de fiets passeer terwijl ze luidkeels “mzungu” schreeuwen. Ik mijmer over de bewogen jaren die ik hier doorbracht: van COVID tijden, over bezuinigingen en andere uitdagingen. Ik denk aan de veerkracht en wil van de mensen waarmee ik werk, aan hoe we samen aan de slag gingen. En slaagden.
De taart.
Ja, die taart.
Groot en speels, een monument op mijn afscheidsfeestje waar vooral de
afscheidsboodschappen van elk teamlid indruk maakten. Die passen niet in deze koffer. Ik heb meer
ruimte nodig.
Reacties
Een reactie posten