Onderweg
Musanze, vroeger Ruhengeri.
Het is nog vroeg als ik ga joggen. De bergen zijn gehuld in mist en wolken. Een aardeweg eerst, dan kom ik op de asfaltweg. Het is druk op de weg. Niet omdat er veel auto’s zijn maar er zijn veel mensen onderweg op de fiets en te voet. Fietsers met grote, vaalgele, plastic waterkannen. Ik denk niet dat er water inzit. Wellicht iets dat gist, want ik hoor een zacht gesis. Misschien bananenbier? De weg gaat steil omhoog. De fietsers stappen af en duwen hun zware vracht verder.
Taxifietsen ook. Achterop de zware fietsen is een bagagedrager gelast, er zit een kleurrijk kussentje op. Soms is de zitting extra lang zodat er twee of zelfs drie personen achterop kunnen. Hard werk voor wie trapt. Ik zie vrouwen met grote zakken groen op hun hoofd, bundels kreupelhout ook.
Ik passeer voorbij de campus van een hogeschool. Op het gras zitten jongeren elk met twee teiltjes voor zich de zaterdagse was te doen. Algauw hangen de wasdraden vol met wasgoed. Uit de campuskapel klinkt koorgezang. Mensen haasten zich erheen met hun bijbel in de hand.
Ik passeer een natuurgebied. Ik mag er niet in omdat ik niet op voorhand, online, mijn toegangsticket heb geboekt. De bewaker en ik keuvelen in een streepje zon dat door het dense gebladerte valt. Ik keer om en sla een landweggetje in. Kinderen lopen even met me mee en roepen me na. Aan beide kanten staan staakbonen, zo ver het oog reikt. In het noorden zie ik de contouren van de Virunga vulkanen. De wolken worden steeds dreigender en beloven binnenkort een stevige plensbui. Tijd om terug te keren.
Reacties
Een reactie posten