Paradijs


Van Mai Chau ben ik doorgereisd naar Pu Luong. Een deel van deze regio is een beschermd natuurgebied. Er wonen vooral mensen van de etnische minderheidsgroepen Thai, Tay en Muong. Het is een overweldigend mooi gebied, waar bergen, jungle, rijstterrassen, tuinen, rivieren en stroompjes allemaal op een steenworp van elkaar te vinden zijn. Het lijkt wel het paradijs.

Ik logeer in een homestay vlak bij de Ban Hieu watervallen. Het klaterende water wiegde me gisteren in slaap. Vandaag wil ik een eind gaan stappen. Via een app kan ik het traject van de Vietnam Jungle Marathon zien. Daar wil ik vandaag stukjes van stappen.

Het pad loopt steil de bergflank op. Het miezert eerst en begint steeds harder te regenen. Het is gelukkig niet koud, de regen deert me niet. Maar het pad wordt steeds gladder. Zeker als de afdaling begint, lijken mijn stapschoenen eerder ijsschaatsen. Op andere plekken blijft er zoveel modder aan mijn zolen plakken dat ik op slag een stuk hoger sta. Onderweg zie ik nog witte pijlen en vooral, in de jungle, de rode linten die het pad markeren. Het is een glibberige bedoening en mijn broek neemt steeds meer de kleur van de ondergrond aan. Ongelooflijk dat je dit “om het snelst” kan lopen. Gelukkig was het droog tijdens de marathon met afstanden van 10, 25, 42, 55 en 70km een paar weken geleden.


Terug in het dal besluit ik in dit weer geen steile hellingen meer te zoeken. Er zijn paden en weggetjes genoeg om uit te kiezen. Wellicht is het hier nog mooier als er rijst op de velden staat, maar ook nu is het indrukwekkend. Ik raak er niet op uitgekeken. De wolken wijken wat terug en leggen nu een witte sluier over de bergtoppen. Groen. Planten en bomen. Jungle. En dan de rivieren. Turquoisekleurige linten in een smaragdgroen landschap. Hier en daar zijn er bamboebruggetjes gebouwd, krakkemikkig, lijkt het, maar de locals gaan er zelfs met hun scooters over.


De vruchtbare vlaktes naast de rivier zijn bebouwd. Mais nu, over een paar maand weer rijst. Overal hoor je water stromen. Het is een ingenieus systeem van kanaaltjes, goten en pijpen. Waar het hoogteverschil tussen rivier en akker te hoog is, gebruiken ze hier grote watermolens. Ze zijn prachtig om te zien. De stroming van de rivier doet het wiel draaien. Kleine bamboebuisjes zitten rondom schuin aan het tandwiel vast. Als ze onder water gaan, lopen ze vol water. Dat water loopt er weer uit als het wiel 180graden heeft gedraaid. De buisjes gieten hun inhoud leeg in een gootje dat op zijn beurt weer uitloopt in een pijp. Die pijp bevloeit de akkers. Het zijn pareltjes van traditioneel technisch vernuft.

De rode linten leiden me op een smal pad dat de oever van de rivier volgt en door struikgewas en bananenplantages loopt. Ik hoor stemmen en een bal waar tegenaan wordt geschopt. Plots opent het struikgewas zich. Er is een open terrein dat als voetbalveld dienstdoet. Het is zondagmiddag. De match is in volle gang. Toeschouwers aan beide kanten van het veld. Het pad loopt midden over het veld. Ik hoor de Vietnamese woorden voor “westerling” of “buitenlander” door het publiek gaan. Er wordt gegroet en gegniffeld. Iedereen vindt het hilarisch. Ik ook, al voel ik me wat bekeken als ik me een weg baan langs de zijlijnen van het veld. 



Reacties

Populaire posts van deze blog

Termieten

Stof

Binnendringer