Kamperen in een bouwput


Het huis dat ik sinds januari huur, staat in een steegje in een gewone Vietnamese buurt. Het is een leuk huis. Rijhuizen hier zijn tussen de 5 a 6 meter breed. Meestal bouwt men het hele perceel vol. Geen regels hier in verband met afstand houden tot de perceelgrens. Omdat er alleen vooraan licht binnenkomt, zijn huizen vaak erg donker. Gelukkig is dat bij mijn huis anders. Er is zelfs een klein tuintje. En op dit moment zijn beide aangrenzende percelen nog onbebouwd.

Vorig weekend zat ik op mijn terras koffie te drinken, toen ik opeens een kettingzaag hoorde. Heel dichtbij. Een beetje later een doffe klap. Een paar takken en bladeren buitelden over de muur mijn tuin in. Wow, het was plots een stuk lichter in mijn stadstuintje. Maar ik besefte dat het omhakken van de majestueuze boom op het terrein naast mijn huis maar één ding kon betekenen: er zou gebouwd worden.

De bouwwoede in Vietnam is gigantisch. Da Nang zit in een gigantische vastgoedluchtbel. Prijzen van grond en huizen stijgen bijna exponentieel. Ik hoopte dat het stukje grond naast mijn huis nog een tijdje onbebouwd zou blijven, maar tevergeefs.

De volgende dag zijn de stukken boom al verwijderd. De dag nadien is iemand met een kleine graafmachine bezig met het verwijderen van struiken en wortelkluiten. Op dag vier zie ik dat ik een buurman heb. Aan de straatkant is een soort tent gebouwd. Een bed van bamboe en een zeil. Een aftapping van de elektriciteitskabels en een 10 literfles met drinkwater. Voilà, de eerste bouwvakker was gearriveerd en vanochtend hoorde ik de betonmolen al vroeg draaien.
De komende maanden, zal ik het aanhoudende lawaai van graafmachines, slijpschijven en drilboren moeten verdragen.

De geur van beton, het is zo Da Nang.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Groen

Binnendringer

Bubbeltjesplastic