Terug
Sinds maandagavond ben ik terug thuis, in Zuid-Afrika,
na een heerlijke vakantie in Europa, waarvan het grootste deel thuis in België.
Vanuit het vliegtuig zie ik het droge high veld. Na al
het fluorescerende groen in België, lijkt het geel en bruin desolaat.
Het slot van de voordeur open ik door de verkeerde
kant op te draaien.
Ik heb plots weer mijn winterkleren nodig. En ’s
avonds vul ik vlug een kruik en zoek ik mijn fleecedekentje om de koude in huis
te weerstaan.
Ik stap weer elke ochtend in de auto om naar het werk
te rijden. De fiets, trein en bus, in België mijn belangrijkste vervoermiddels,
zijn nu geen optie meer.
Ik word weer begroet en ik groet weer iedereen op mijn
pad. “Hoe gaat het?” is een vast onderdeel van die begroeting.
Ik word in het Afrikaans aangesproken, gewoon omdat ik
blank ben.
Het is donker om 17:45. Na die tijd kan ik niet meer
te voet op pad. Ook joggen moet ik uitstellen tot in het weekend.
Winkelen doe ik weer in een shopping mall. Geen
gezellige winkelstraten hier. Ik kan weer alles met mijn kredietkaart betalen.
Koopjes of niet, korting of niet, hoe klein het bedrag ook.
’s Ochtends niet de geur van vers gebakken brood of
boterkoeken waar je ook langs een bakker passeert. Ik bak weer zelf brood.
Mannen laten me weer galant voorgaan op trappen en
door deuren.
Ik rijd weer aan de linkerkant van de weg. Op weg naar
huis zie ik aan een kruispunt een groepje straatjongeren. Twee van hen klampen
elkaar dreigend aan, elk met een steen in hun vuist. Mijn eerste reactie is er weer
een van zelfbehoud “Zijn de deuren op slot? Kan ik hier weg? Zijn er andere
mensen in de buurt?”
En zondag is weer een dag voor kerk, braai en een
lange middagdut.
Het is even wennen allemaal.
Reacties
Een reactie posten