Wegpiraat
Ik heb een afspraak
met meneer Mahala (*), de tweede in rang van een grote onderwijsvakbond. Ik
parkeer mijn auto een paar straten verderop. Het kantoor zit in Charlotte
Maxeke Street, downtown Bloemfontein. Het is er druk en vol. Charlotte Mexeke
Street is onvindbaar op Google Maps en GPS. Want het is het resultaat van de
laatste naamveranderingsronde van het ANC stadsbestuur. Ik ben niet zeker wat
er fout was met het vroegere Maitland Street, maar Charlotte Maxeke leefde
begin vorige eeuw en was een vroege militant tegen pasjeswetten.
Het is zonnig en koel.
Het onweer van de vorige nacht waste het stof en de hitte weg. Het voetpad zit
vol straatventers die snoepgoed en rommel verkopen. Het kantoor van de vakbond
zit boven een stoffenwinkel, uitgebaat door een Indiƫr. Meneer Mahala is er
niet. Hij moest plots naar een andere vergadering en vergat me waarschijnlijk,
zegt de secretaresse. Maar gelukkig maakt de grote baas even tijd vrij. Het is
een constructief gesprek.
Een goed uur later
loop ik weer over het drukke voetpad. Een man drukt me een folder in de hand.
Een of andere kruidendokter belooft kruidenmengsels die zorgen voor herstelde
liefde, een nieuwe job, een verdubbeld inkomen en penisverlenging. Succes
verzekerd.
Ik stap door President
Brand Straat. Aan beide kanten staan prachtige zandstenen gebouwen.
Bloemfontein is de gerechtelijke hoofdstad van Zuid-Afrika en veel van deze
statige gebouwen zijn gerechtshoven. Aan het kruispunt wacht ik op groen om
over te steken. Ongeveer halverwege merk ik een bakkie (=pickup) op die in
President Brand wil inslaan. De bestuurder ziet me oversteken, we hebben
oogcontact. Maar hij vertraagt niet en komt recht op me af. Ik spring
achteruit, want anders word ik opgeschept, en kijk de wagen na. De mannen die
in de laadbak zitten, bulderen van het lachen. Op trillende benen stap ik
verder, terwijl ik hard mijn best doe niet te denken dat deze aanslag met mijn
huidskleur heeft te maken.
(*) Niet zijn echte
naam.
Reacties
Een reactie posten