Hacienda retour
Ik ben net in
Bloemfontein aangekomen. Ik huur tijdelijk een klein woonstelletjie ( spreek
uit woonstellekie) bij vrienden. Het is studiootje in hun tuin. Terwijl ik nog
wacht op de verhuiswagen die mijn spullen uit Pretoria brengt, ga ik alvast op
zoek naar een echte plek. Het is niet gemakkelijk. Er is niet zo veel op de
markt. Ik heb al 13 verhuurmaatschappijen gecontacteerd. Vandaag zou ik 5
huizen bekijken, maar 2 mensen lieten me al weten dat het huis intussen is
verhuurd.
Zucht.
Ik bekijk huis nummer
3. Het is okee. 3 kamers, een kleine living. Een redelijke keuken die om een of
andere reden in twee is gesplitst door een muur. Het afwasgedeelte zit achter de
muur. Kookgedeelte en kasten voor de muur. Maar hoe kan je koken en telkens om
de muur lopen voor water? Raar. Het huis (een “townhouse”) staat in een complex
van wel 25 huizen. Ik herinner me dat dit complex werd gebouwd toen ik hier
meer dan 10 jaar geleden in de straat woonde. De huizen staan in een geplaveide
omgeving. Het lijkt een baksteenwoestijn. Ik kan me voorstellen hoe de hitte
van de gebouwen en grond afstraalt tijdens de dag.
De makelaar opent het
automatische hek zodat ik buiten kan. Rechts is Lucas Steynstraat, de straat
waar ik van 2001 tot 2004 woonde. Bij het hek van “mijn” huis staan twee
vrouwen te praten. Ik hou stil, rij achteruit en parkeer. Ik stel me voor. Of
ze toevallig weten of iemand in dit complex zijn plek wil verhuren? “Ja, hoor,
mijn moeder verhuist begin volgende maand naar een bejaardentehuis. We gaan het
huis dan verhuren”. “Wat is jouw familienaam”, vraagt moeder. “Oh, dan zijn het
jouw brieven die hier nog lang zijn toegekomen.” Dochter kocht het huis een
paar maand na mijn vertrek van mijn huisbaas. De man is intussen overleden. Ze
nodigen me binnen. We delen onze adresgegevens . Als manlief het goed vindt kan
ik misschien in april hier weer intrekken, zegt ze.
Wanneer ik naar buiten
stap, valt mijn oog op de gordijnen in de keuken. Die naaide ik in 2001.
Reacties
Een reactie posten