Zakjes
Dat was minder in
Vietnam. Groenten en fruit zijn er niet voorverpakt. En toch is Vietnam voor
mij de koning van de plastiekzakjes. Alles wat je koopt, wordt door een
verkoper dadelijk in een zakje gestopt, liefst meer dan één omdat ze zo dun
zijn dat ze meteen scheuren. Je hebt ze in alle maten. En zelfs speciale zakjes
waarmee je een meeneemkoffie of -sap (in een plastiek beker met plastiek
rietje, uiteraard) aan het stuur van je scooter kan hangen. Plastiek, overal is
plastiek. De gewoonte om afval gewoon te laten vallen, helpt niet echt. De
straatvegers voeren een haast onmogelijke strijd. Uiteindelijk belandt al dat
plastiek in de zee. Op een slechte dag, word je in de zee niet belaagd door
kwallen, maar door plastiekzakken. Het is een akelig gevoel, die slijmerige,
vieze dingen die langs je lijf glijden in het verder zalige zeewater.
Neen, dat is iets
van de verleden tijd hier in Rwanda. In Rwanda zijn plastiekzakjes verboden. Het
is een maatregel waarmee Rwanda heel hoog scoort op de internationale rangschikking
rond het bannen van plastiek. En dus worden al je aankopen in papieren zakjes verpakt.
Geen “flowers of Africa” hier. Dat heeft ook te maken met de
verantwoordelijkheid die elke wijk neemt om schoon te maken. In pre-COVID
tijden gebeurde dat op de maandelijkse “umuganda” dag waar iedereen
gemeenschapwerk doet. Kigali is een erg schone stad.
Reacties
Een reactie posten