Culinaire avonturen: bánh xèo
Wat
misschien wel het leukste is aan een verblijf in Vietnam, is het eten. De
combinaties van smaken, geuren en texturen is eindeloos. Ik ga dan ook graag op
onderzoek uit. Ik proef en geniet van de gerechten en vergeet -jammer genoeg-
hun ronkende namen prompt weer. Behalve bánh xèo dan.
Wind in de
haren
Ik rijd met
mijn scooter naar de stad, eerst langs en dan over de Hanrivier. Het is wat
afgekoeld na een hevige regenbui. Het regenseizoen is begonnen. Het regent
niet, maar de luchtvochtigheid is torenhoog. Het is aangenaam op de scooter: de
wind is heerlijk koel.
Ik duik het
drukke avondverkeer in. Als het licht op rood springt, staan we al gauw met een
honderdtal motorfietsen te wachten op groen. Ik beweeg me al wat zekerder door
dit gewoel, maar het blijft uitkijken, bedacht zijn op het onverwachte is de
boodschap.
Bánh xèo
straat
Ik heb de
kaart op voorhand goed bekeken en slaag erin het adres meteen te vinden: 280/23
Hoàng Diệu. In Vietnam zijn straatnamen meestal goed aangeduid. Alleen de
hoofdwegen en -straten hebben namen. Steegjes worden aangeduid met het
huisnummer van het aanpalende huis in de straat met naam. Ik moet dus op zoek
naar nummer 280 in Hoàng Diệu straat, en het steegje in. Het is een nauw
steegje en algauw duidt iemand me aan waar ik kan parkeren. Nu is het zoeken
naar nummer 23.
Dit steegje
zou beter Bánh xèo straat heten. Het ene bánh xèo restaurant ligt er naast het
andere. Daartussen zitten er een aantal winkeltjes die ook allemaal hetzelfde
lijken te verkopen. Het is iets wat me opvalt in Vietnam. Net zoals vroeger in
Europa, zitten dezelfde ambachten in dezelfde buurt of straat. Een straat vol
inoxrekwinkels. Een straat vol stoffenwinkels. En nu dus de bánh xèo -straat.
Krukjes in
een drukke refter
Bánh Xèo Bà
Dưỡng zit aan het eind van het steegje. Het lijkt wel een aftandse refter.
Muren smoezelig pastelgroen geverfd, inox tafels en krukjes. Het gonst er van
de activiteit. Ik ga zitten aan een leeg tafeltje. Achter me zijn een paar
wasbakken. Je eet bánh xèo met de hand, dus handen wassen voor en na de
maaltijd is welkom.
Bánh xèo
betekent letterlijk “sissende pannekoek”. Het beslag dat bestaat uit
rijstbloem, kurkuma en water gaat een gloeiendhete pan in. Voor hij
dubbelgevouwen wordt, wordt de vulling erin gedaan: taugé, garnalen, een beetje
vlees.
De keuken
is open. Vrouwen zijn druk in de weer. Groene papaya wordt geraspt, groene banaan
en komkommer vliegensvlug in flinterdunne plakken gesneden. Sla en kruiden
worden gewassen en liggen in een vergiet uit te druppen. En half verscholen in
een wolk damp staan twee dames met wel 5 pannen bánh xèo te bakken. Dit is een
goed geoliede machine. Ander personeel neemt bestellingen op en geven die door
aan de keuken. Twee vrouwen lopen met een stapel bankbiljetten door de zaal. Ik
veronderstel dat ik straks bij hen zal betalen.
Rijstpapier
met vulling
Bestellen
is makkelijk, je neemt gewoon wat iedereen neemt. Even later staat mijn
tafeltje vol heerlijks: twee bánh xèo’s, een bord met heel dun rijstpapier, een
berg sla en kruiden, geraspte groene papaya, plakken banaan en komkommer en
uiteraard een gepaste dipsaus. Elk gerecht hier heeft een specifieke dipsaus. Het
varkensvlees op spiesjes is optioneel.
Ik heb
intussen mijn ogen goed de kost gegeven en weet hoe ik hiermee aan de slag
moet. Je neemt een velletje rijstpapier, legt er een stuk bánh xèo op, voegt
wat van de andere vullingen toe en rolt het geheel op. Dat doop je in de saus
en genieten maar!
Reacties
Een reactie posten