Koning Auto
“Heb jij geen auto?”, vragen mensen die me mijn
inkopen op mijn fiets zien stapelen buiten de supermarkt. Er klinkt bezorgdheid
en medelijden in hun stem. Dat slaat meteen om als ik hen vertel dat ik wel een
auto heb, maar die bewust in het weekend probeer thuis te laten. “Wat knap”,
krijg ik dan als antwoord, maar ik hoor ook een toets van “jij liever dan ik”
en “wat zijn buitenlanders toch raar” in hun stem. De paar mensen die ik hier
ook hun fiets als transport zie gebruiken, zijn inderdaad mensen die geen keuze
hebben. Ik ben dus een exotisch geval.
De auto speelt hier een veel belangrijkere rol dan in
België. Daar spelen verschillende oorzaken in mee. Het openbaar vervoer is zo
goed als onbestaand en de afstanden zijn veel groter dan in Vlaanderen. Maar
ook veiligheid speelt een rol. Ik woon maar drie kilometer van mijn werk af en
zou makkelijk elke dag met de fiets kunnen gaan. Maar de weg ligt wat hobbelig
en de automobilisten zijn niet gewoon om de weg met andere weggebruikers te
delen. Tijdens de drukke momenten is dat gevaarlijk. Maar wat me het meest
tegenhoudt is dat andere veiligheidsprobleem. Elke dag op hetzelfde tijdstip
hetzelfde traject afleggen is vragen om problemen. Dus neen, dan fiets ik maar
in het weekend.
Van
zodra iemand zich een auto kan veroorloven, wordt die ook gekocht. “Mijn auto,
mijn vrijheid”. Maar ook, “mijn auto, mijn statussymbool”, liefst met
gepersonaliseerde nummerplaat. Je ziet hier de sjiekste auto’s voorbijsnorren.
Dikke Mercedessen, Audi’s en BMW’s, Volvo’s. Niet omdat mensen hier rijker zijn
dan in België, maar eerder -zo lijkt het- omdat het belangrijk is om te tonen
wat je je kan veroorloven, ook al is het dan ook maar net.
Reacties
Een reactie posten