Het slechtste wiskundeonderwijs van de wereld
Volgens het Wereld
Economisch Forum (WEF) is het wetenschap- en wiskundeonderwijs van Zuid-Afrika
het slechtste van de wereld. Niet alle landen worden opgenomen in de lijst,
maar Zuid-Afrika komt na landen als Nigeria, Zimbabwe en Kenia.
Mengsels
Het nieuws veroorzaakte hier deining. De
regering zegt dat de lijst niet gebaseerd is op harde feiten en dat het
helemaal niet zo erg gesteld is. Feit blijft dat het wiskundeonderricht van
Zuid-Afrika zwak is, dat hebben vele onderzoeken al bewezen. Bij een onderzoek
van SACMEQ in 2007 bleek dat maar 1/3 van de wiskundeleerkrachten van het zesde
leerjaar de volgende vraag konden beantwoorden: “Enni maakt een verfmegsel. Ze
mixt 5l rode verf met 2l gele en 2l blauwe verf. Wat is de verhouding van de
rode verf tot het volledige mengsel? a) 5:2; b) 5:4; c) 5:9; d) 9:4. Het is een
vraag uit het curriculum van het zesde leerjaar.
Allen daarheen
Onlangs gingen we op bezoek in een
basisschool in Thabong, de township van Welkom. Dat ligt op een kleine 2 uur
rijden van Bloemfontein. We hadden al lang gevraagd of we op bezoek mochten in
een school, vooral dan om onze kennis van de onderwijssituatie op gebied van
rekenen aan te vullen met een paar observaties. Het feit dat we bezoek hadden
uit Brussel, hielp. We werden uiteraard vergezeld door een heel aantal
medewerkers van het departement. Dat is hier de gewoonte. Dat een heleboel
mensen hun werk lieten vallen om ons te begeleiden, vonden wij vervelend, maar
voor hen is het de normale routine.
Observeren
Het was een interessante ervaring. De school
lag aan een arme kant van de township. Kleine huisjes, rijen RDP huizen (de
door de regering gebouwde huizen), in een stoffige, droge setting. Werkloosheid
in deze wijken is torenhoog. De meeste families leven van het kleine pensioen
dat de grootouders krijgen en het kindergeld. De school was duidelijk nieuw en
goed onderhouden.
We zaten tijdens de pauze samen met een
aantal leerkrachten, maar ze kregen nauwelijks de kans onze vragen te
beantwoorden. De observaties waren wel interessant. Ik kwam terecht in een
grade 2 (tweede leerjaar) klas. De leerkracht probeerde vooraan de waarde van
de cijfers in een getal uit te leggen (vb. 124= 100+20+4). Ik stond achterin en
observeerde vooral de kinderen. De les werd in het Sotho gegeven. Ik kon dus de
uitleg van de juf niet begrijpen. De klas had 42 kinderen, maar achteraan zaten
er nog een 20tal. Hun leerkracht was afwezig en dus waren ze bij andere groepen
gezet. Afwezigheid van leerkrachten is een gigantisch probleem in het Zuid-Afrikaanse
onderwijs. Het viel me op hoe de leerkracht de kinderen achteraan totaal
negeerde. Ze betrok ze niet in de les. Maar ook haar eigen klas was nauwelijks
betrokken. Ze riep af en toe iemand naar voor, maar toen die de mist in gingen
(vb. 110=10+1), zag je dat ze geen idee had hoe ze de fout kon remediƫren, of
hoe ze andere technieken kon gebruiken om het concept te verduidelijken. Er
werden geen concrete materialen gebruikt. Er waren geen oefeningen die de
kinderen individueel of in groep maakten, er was alleen het klassikale
gebeuren.
Flessendopjes
Wat later zat ik in een graad R klasje (derde
kleuterklas). Een juf was er met heel veel enthousiasme met de kinderen aan het
tellen tot 5. Elk van de kinderen oefende met flessendopjes. Haar enthousiasme
was zo aanstekelijk dat ik ook leerde hoe ik in het Sotho tot 5 moest tellen.
Zoals overal, heb je ook hier verschillen
tussen leerkrachten, al zijn ze hier groter en wellicht ligt het niveau van de
zwakste leerkracht ver onder wat wij nog als aanvaardbaar beschouwen.
Belgiƫ bevindt zich
trouwens in de top vijf van de zelfde lijst van het WEF.
Reacties
Een reactie posten