Harare herinneringen
Vorige week was ik op
vraag van mijn collega’s van VVOB Zimbabwe in Harare om een workshop te geven.
Ik vloog van Bloemontein naar Johannesburg en vandaar naar Harare, Zimbabwe.
Ik zat helemaal achter
in het vliegtuig, dus kom ik ook als een van de laatsten aan in de luchthaven.
Boven de loketten van de paspoortcontrole hangen bordjes waarop staat:
“Visitors”, “payment visa”, “Residents”, “SADC”. Onder elk Engelstalig woord
staat hetzelfde in Chinese karakters. Of tenminste, dat is wat ik vermoed, want
mijn kennis van Mandarijn is onbestaand. Engels, Shona en Ndebele zijn hier de officiële
talen, maar daar is in de luchthaven niets van te merken.
Noodgedwongen sluit ik
me aan bij de rij die het langste is: ik moet een visum aankopen. Gelukkig heb
ik een boek bij me, want het duurt heel lang. Zo lang dat ik kan zien dat een
beambte alle Chinezen uit de rij plukt en naar een andere loket loodst, waar ze
veel sneller geholpen worden. Lang genoeg om een praatje te maken met
verschillende Zimbabwanen die even lang als ik moeten aanschuiven om een visum
te bemachtigen zodat ze hun eigen land binnen kunnen. Zij zijn intussen Britse
staatsburgers. Zo lang dat ik mijn koffer op de lopende band rondjes zie
draaien. Langer dan de vlucht Johannesburg-Harare.
Op maandagochtend
begint de workshop met managers en opleidingscoordinatoren van verschillende
lerarenopleidingen. Als kennismakingsactiviteit vraag ik alle aanwezigen een
muntstuk of bankbiljet te nemen. Zimbabwe heeft geen eigen munt meer, maar
gebruikt onder andere de Amerikaanse dollar en Zuid-Afrikaanse rand. De
activiteit gaat als volgt: iedereen zegt zijn naam, waar hij werkt en het
jaartal op zijn munt of briefje. Dan vertelt hij een herinnering die dat
jaartal oproept. Het is een leuke ijsbreker, waarbij je mensen op een andere
manier leert kennen.
Maar de activiteit
krijgt hier in Zimbabwe plots een andere dimensie. “Ik ben... en werk in.... Op
mijn briefje staat 2009. Dat was het jaar waarin de Zim dollar niet meer werd
aanvaard als betaalmiddel”. “Mijn muntstuk werd geslagen in 2008. Dat was het
jaar waarin we allemaal dun waren. Nu zijn we weer rond en gezond.” “Ik heb
2007. Toen was mijn hele maandsalaris €5 waard. Maar tegen de tijd dat ik het
van mijn bankrekening had gehaald, was het maar €1 meer. Voor een hele maand.”
“2008, ik herinner me de honger. Vreselijke honger. Maar er was ook iets goeds,
mijn eerste kleinkind werd geboren.”
En zo gaat het door.
Pijnlijke en mooie herinneringen, samen in 1 zin. Ik moet even slikken.
Reacties
Een reactie posten