Lotus
Het is een mooie dag. We mogen weer vrij rondbewegen. Tijd om mijn rijbewijs eens uit te proberen. Ik ga een motorfiets huren en doe een tochtje in de provincie Quang Nam, net buiten de stad Da Nang.
Centraal Vietnam is erg smal. De meeste provincies hebben een aan de kust
gelegen laagland en landinwaarts liggen de bergen, de hooglanden. In de
laaglanden wonen de meeste mensen. Er wordt rijst verbouwd. De hooglanden zijn
minder goed toegankelijk. Hier wonen veel etnische minderheden. Hoewel de
afstand tussen de grens met Laos en de zee soms maar 100km bedraagt, is het
toch een tijdrovende bezigheid om die te overbruggen. Transport in Vietnam kost
tijd, erg veel tijd.
Ik rijd eerst langs de kust, en duik dan het binnenland in. De dorpjes
rijgen zich aan elkaar via wegen waar zoals in Vlaanderen aan lintbebouwing
wordt gedaan. Hier zijn het allemaal handelszaken. Kleine restaurantjes,
winkeltjes, kraampjes, … allemaal met grote uithangborden. Van visuele
overstimulatie gesproken.
Geleidelijk aan wordt het rustiger. Bergen doemen in de verte op. Een dorp waar er een festival doorgaat. Overal hangen blauwe en witte vlagjes en er is geen restaurant open. De weg begint wat te klimmen en wordt ook slechter. Ik rijd een vallei in die een groene oase blijkt te zijn. Eerst nog rijstvelden en daarna lotusbloemen. Lotusbloemen zijn het nationale symbool van Vietnam. Het is een prachtige roze bloem. De zaden zijn groter dan kikkererwten en worden in rijstgerechten en desserts verwerkt. Ook de zaaddoos wordt gegeten. Opeens sta ik op een dijk, aan beide kanten van me glinstert het water. En daarin voor zover het oog reikt, die roze parels, tegen een achtergrond van majestueuze bergen.
Reacties
Een reactie posten