Dankzij Bevergem
Het is vijf uur. Buiten
begint het licht te worden. Maar ik kan de slaap niet meer vatten. Niet na wat
er is gebeurd. De politie is een uurtje geleden vertrokken. Na jaren in
Zuid-Afrika kwam de angst vannacht voor het eerst erg dichtbij.
Geluid in de nacht
Ik kijk even hoe laat het
is, lichtjes verontwaardigd dat buren al zo vroeg aan het werk zouden gaan op
een zaterdagochtend. Het is immers nog donker. 2:08 geven de rode cijfers aan.
Het geluid wordt duidelijker en ook mijn besef dat dit wel erg dichtbij is. In
mijn badkamer, die met een tussendeur –die altijd openstaat- verbonden is met
mijn slaapkamer. Help. Ik besluit om me slapende te houden en me alleen met een
kreun in mijn bed om te draaien. Voorzichtig gluur ik onder mijn oogleden uit.
Iemand sluipt aan de andere kant van mijn bed in de richting van de deur naar
de trap. Een kaal hoofd is net zichtbaar. Gefriemel aan de deur, die per
uitzondering toe is om het geluid van de draaiende wasmachine beneden te
dempen. Van zodra de deur toe is, spring ik uit mijn bed. Ik zie dat de deur
van buitenaf op slot is gedraaid. Wie hier rondloopt wil niet gestoord worden.
Via de badkamer kan ik naar de trap, maar dat doe ik niet. Die deur zit ook op
slot, maar de sleutel zit aan mijn kant. Dat is goed. Ik schuif een stoel voor
de kamerdeur. Ik open de balkondeuren en begin te roepen. Bij de buren gaan de
lichten aan. Ze vragen wat er aan de hand is. Ik blijf roepen. Een tel later
krijg ik de inbreker in zicht. Hij loopt dor mijn tuintje en springt over het
hek, op de vlucht.
En toen belden de buren de
politie, want mijn mobieltje was weg. Op het eerste zicht de enige buit.
Politie
Wat later rijdt er een
politiewagen voor. Ze hebben een drukke nacht, zeggen ze. Ze kijken vluchtig
naar de plek waar de dief binnenkwam en ook naar het venster waardoor hij
ontsnapte. Maar ze gaan niet op onderzoek uit. Ze vragen geen
persoonsbeschrijving, behalve dan of hij zwart of blank was. En wat er allemaal
gestolen is. Eerst alle administratie regelen. “Wat is je geboortedatum?” en
direct daarna “hoe oud ben je?” (zucht). En dan wordt het hele verhaal stap
voor stap genoteerd. “Hoe schrijf je ‘balkon’?”, vraagt de agent me. Het is
geen test van mijn alertheid.
Van zodra het allemaal op
papier staat, vertrekken ze weer.
Buiten hoor ik de vogels
fluiten. Het is heerlijk koel. Maar deze plek is geschonden. Zelfs de geur is
verstoord.
Wasgoed
De grote vuilnisbak op
mijn achterplaatsje is verzet. Het was wellicht het opstapje naar de
afvoerpijpen. Zo klom hij de badkamer op de eerste verdieping in. Ik zie nu dat
er handdoeken, vaatdoekjes, waslapjes en ondergoed verdwenen zijn van de
wasdraad. De wasspelden liggen in nette stapeltjes op de grond. En dan valt
mijn oog op mijn wasnetje; het ligt net buiten mijn hek. De verdwenen spullen
zitten erin. Stond hier een kompaan op wacht? Of had de inbreker voor hij de
pijpen opklom al een selectie gemaakt die hij op weg terug wel zou meenemen?
Het wijst in ieder geval op de ongelooflijke armoede van de dader(s).
Mijn mobieltje is weg,
mijn portefeuille die er vlak naast lag, is er nog. De inbreker kreeg duidelijk
niet genoeg tijd. Mijn rugzak is doorzocht. Maar daar vond de dief mijn laptop
niet. Mijn laptop lag nog op de zetel. Gisteravond keek ik immers naar de
laatste aflevering van Bevergem. Wat een geluk dat ik na de ontknoping van het
geheim van Freddy De Vadder mijn laptop niet weer netjes in mijn rugzak opborg.
Dankzij Bevergem!
Reacties
Een reactie posten