Harare herinneringen
Vorige week was ik op vraag van mijn collega’s van VVOB Zimbabwe in Harare om een workshop te geven. Ik vloog van Bloemontein naar Johannesburg en vandaar naar Harare, Zimbabwe. Ik zat helemaal achter in het vliegtuig, dus kom ik ook als een van de laatsten aan in de luchthaven. Boven de loketten van de paspoortcontrole hangen bordjes waarop staat: “Visitors”, “payment visa”, “Residents”, “SADC”. Onder elk Engelstalig woord staat hetzelfde in Chinese karakters. Of tenminste, dat is wat ik vermoed, want mijn kennis van Mandarijn is onbestaand. Engels, Shona en Ndebele zijn hier de officiĆ«le talen, maar daar is in de luchthaven niets van te merken. Noodgedwongen sluit ik me aan bij de rij die het langste is: ik moet een visum aankopen. Gelukkig heb ik een boek bij me, want het duurt heel lang. Zo lang dat ik kan zien dat een beambte alle Chinezen uit de rij plukt en naar een andere loket loodst, waar ze veel sneller geholpen worden. Lang genoeg om een praatje te maken met versc